Ik was vroeger, wat betreft de vrouwtjes
Niet altijd een brok zelfverzekerdheid
Tot een vriend, wiens tandpasta ik al gebruikte
Me zei: "De broeken die je draagt zijn veel te wijd"
Ik liet mij door een spijkerbroekenhomo
Een broek insjorren met perfecte pas
En die zei dat hij nog passender zou worden
Als ik hem mee zou soppen in de witte was
Het resultaat was werkelijk oogverblindend
De door de was zopas gebleekte broek bleek reuze nauw
Maar moe, die in de witte was haar reus deed
Vroeg: "Hoe komt die witte reus zo blauw"
Oooo, hij komt uit Paramaribo
Oooo, de ballenkneller doe je zo
Ik kon haast niet wachten tot het weekend
Daar hing mijn broek, de sleutel tot de min
Zaterdag zou ik er in uitgaan
Ik moest er alleen nog even in
Het was zover, ik stond in mijn slipje
Met vaseline op de dijtjes voor de glij
Ik joeg mijn rechterbeen de rechterpijp door
Maar bleef al steken met mijn enkel bij de dij
Denkend aan de te versieren schoonheid
Trok ik mijn rechterbeen de rechterpijp door met geweld
Zodat ik geen gevoel meer in mijn rechtervoet had
Nu die van bloedtoevoer was afgekneld
Oooo, hij komt uit Paramaribo
Oooo, de ballenkneller doe je zo
Om ook mijn linkerbeen erin te krijgen
Moest ik even met een voetje van de vloer
Ik trapte zo, op een been steppend
Op een vergeten rolschaats van mijn broer
Toen mijn linkervoet zonder gevoel en bloed zat
Hoorde ik de stemmen van mijn vrienden buiten al
In paniek dacht ik: waar laat ik nu mijn scrotum
Naar links, naar rechts of aan elke kant een bal
Ik dacht tot slot: ik laat het lot beslissen
Zoals ik meestal de beslissing aan een ander laat
Ik trok uit alle mcht de rits naar boven
En mijn ballen schoten richti